Voor schrijfster Gretchen Rubin kwam haar Hapiness Project als een openbaring in een overvolle bus in New York. Voor mij was het minder een openbaring, als wel een aantal in neon verlichte voortekenen die mijn neus op de feiten drukten. Het is niet ondenkbaar dat ik er een paar heb gemist, maar de eerste duidelijke aanwijzing was vorige week woensdagavond, rond een uurtje of tien, op de Twijnstraat. Ik fietste naar huis, nadat ik bij een vriendin had gegeten. Op mijn gemakje fietste ik langs de Pizzabakkers, waar een man en een vrouw aan de tafel naast het raam met elkaar in gesprek waren. Zonder echt te registreren wat ik zag, fietste ik door. Tot een milliseconde later tot mij doordrong dat ik deze man herkende. Nog een milliseconde later trapte ik op de rem en zette ik beide voeten aan de grond. Ik was zojuist Ronald van der Kemp voorbij gefietst. Nederlands grootste eco-mode ontwerper en mijn held. Daar stond ik midden op straat te overwegen of ik het aandurfde om naar binnen te lopen en hem te vertellen hoe erg ik zijn werk waardeer. Terwijl ik mezelf moed aan het inpraten was, viel mijn blik op het Zara tasje dat aan mijn stuur hing. Hoe kon ik deze man (waarvan ik niet eens zeker was of ik wel echt goed gezien had dat hij het was) vertellen dat hij zo goed bezig was, als ik dat totaal niet over mezelf kon zeggen. Ik was van top tot teen gehuld in H&M, Zalando en Asos, niet de meest ecovriendelijke shops, en het Zara tasje puilde uit met nieuwe vondsten. Ik fietste door.
Vrijdagavond zat ik op de bank te wachten tot mijn vriend thuis kwam. We zouden samen naar het Betweter Festival gaan voor een intellectueel avondje vol lezingen en experimenten. Hij was nog op werk, dus ik scrolde door mijn Instagram heen om de tijd te doden. Ik wist wel dat de Dutch Sustainable Fashion Week was begonnen, maar voorgaande jaren had ik er naast een paar onbeduidende posts niet heel veel van meegekregen. Dit jaar ontplofte mijn feed echter. De show van Tommy Driessen in het Krasnapolsky was overal. En terecht. Wat een prachtige collectie en wat zou ik er voor over hebben om in een van deze parels over de catwalk te mogen lopen.
Veel tijd om erover te fantaseren had ik niet, want vriendlief kwam thuis en we snelden ons naar de Tivoli. Flink wat interessante praatjes en gekke proefjes, maar de laatste lezing bleef me het meest bij. Waarom is het zo moeilijk om van je slechte gewoontes af te komen? Gedragswetenschapper Marieke Adriaanse vroeg ons met welke slechte gewoonte wij graag wilden afrekenen. Natuurlijk zou ik minder willen snoepen, meer tijd vrij maken voor vrienden en familie, minder Netflixen etc., maar een echt groot slechte gewoonte kon ik niet verzinnen. Nou vooruit, misschien dat laatste wijntje voortaan laten staan.
De volgende ochtend begaf ik mij met een lichte kater richting Janskerkhof. Met de Dutch Sustainable Fashion Week wordt ook elk jaar het Fair Fashion Festival georganiseerd in Utrecht en gezien ik een tijdje vrijwilligerswerk heb gedaan voor Young&Fair, ben ik hier elk jaar braaf bij. De eerste lezing begon met een klein quizje om de duurzame modekennis van het publiek te testen. Ik werd eerste en poste trots op Instagram mijn resultaten. Eenmaal thuis gekomen plofte ik weer op de bank en ditmaal scrolde ik door mijn favoriete shops om te kijken of er wat nieuws te bestellen was.
Daar was hij dan. Mijn slechte gewoonte, en het in-led-lamp-knipperende sein dat ik er iets aan moet doen.
De start van het Fair Fashion Project.